Werking

De Meerpaal – Kiekeboe is een gemeentelijke basisschool waar kinderen en ouders, ongeacht hun sociaal-culturele achtergrond of religie, welkom zijn.  

We willen elk kind laten ontwikkelen met zijn eigen mogelijkheden en talenten. Hierbij houden we ook rekening met zijn/haar beperkingen.  

Het schoolteam werkt in een algemeen klimaat van continue zorgzaamheid voor alle kinderen van de school. Wij willen optimale onderwijskansen bieden aan al deze kinderen. Hierbij denken we niet alleen aan leren lezen, rekenen, schrijven en denken, maar ook aan de emotionele en sociale ontwikkeling, motorische en creatieve ontwikkeling. 

In onze eigen schoolvisie, gelinkt aan het pedagogisch project, beschrijven we rond welke bouwstenen we ons extra inzetten met het oog op een zo groot mogelijke betrokkenheid en welbevinden van de kinderen. 

Klaswerking

Als school willen we het beste in elk kind naar boven halen door

  • voor een veilige en warme klassfeer te zorgen,
  • leerlingen uit te dagen op hun niveau en
  • samen een goede leer- en werkhouding te stimuleren.

We willen een klas- en schoolklimaat creëren waarin kinderen door een positief welbevinden tot een hogere betrokkenheid kunnen komen, want alleen dan is echt leren mogelijk.  

De klasleerkracht bouwt zijn klas uit tot een krachtige leeromgeving.  De leerlingen krijgen door verschillende werkvormen (zelfstandig werk, partnerwerk, groepswerk, contractwerk,…)  de kans om van en met elkaar te leren. Differentiatie loopt als een rode draad doorheen de verschillende vakken. Er wordt rekening gehouden  met de verschillen tussen leerlingen naar mogelijkheden en tempo.  

De klasleerkracht is de spilfiguur van de hele zorgwerking. Hij/zij is in eerste instantie verantwoordelijk voor het welzijn en de ontwikkeling van zijn/haar kinderen, maar deze verantwoordelijkheid wordt mee gedragen door alle collega’s, de directie en de leden van het zorgteam (de zorgcoördinator en zorgleerkrachten).  

Opvolging

Het individuele leerlingdossier is een belangrijk instrument binnen onze school. We willen alle leerlingen opvolgen op cognitief, sociaal en emotioneel vlak. Door middel van genormeerde toetsen voor lezen, wiskunde en spelling, in combinatie met klasresultaten en observatiegegevens van de klasleerkracht kan de volledige schoolloopbaan van de leerling opgevolgd worden.  

Minstens 2 keer per jaar worden kindgesprekken georganiseerd. De klasleerkracht gaat met de leerling in gesprek over welbevinden, betrokkenheid en vaardigheden. Relevante gegevens uit het gesprek worden opgenomen in het leerlingdossier.  

Aan de hand van dit dossier bewaakt het zorgteam samen met de klasleerkrachten de doorstroming van informatie doorheen de school.  

Ouderbetrokkenheid 

We stimuleren de betrokkenheid van ouders en stellen hun engagement ook op prijs.  

Jaarlijks worden 3 oudercontacten gepland. Deze momenten zijn een uitgelezen kans voor leerkracht en ouders om informatie uit te wisselen. De positieve aspecten en talenten van de leerlingen worden hierbij zeker aangehaald. Bij moeilijkheden kan samen gezocht worden naar een gepaste aanpak. Een goede wisselwerking tussen school en ouders verhoogt de kans op succeservaringen. We zien ouders als gelijke partners die samen met ons het ontwikkelingsproces van de kinderen begeleiden. 

Ouders krijgen steeds de gelegenheid om zowel de klasleerkracht, de zorgleerkracht, de leermeesters en / of de directie te spreken. 

De inzet van de ouders wordt vrijblijvend gevraagd bij klasactiviteiten (uitstappen, knutselen, ateliers, niveaulezen,...). We nodigen hen ook graag uit bij schoolactiviteiten, ouder- en infoavonden, ouder- en schoolraad, …  

Professionalisering

Het schoolteam staat open voor ontwikkelingen en evoluties op pedagogisch, didactisch en socio-emotioneel gebied. Minstens 1 keer per jaar volgen alle teamleden een gezamenlijke nascholing om zich te professionaliseren. De nascholing wordt gekozen naargelang de prioriteiten die er zijn. De leerkrachten kiezen daarnaast naar eigen interesse uit het aanbod een nascholing. Voorbeelden hiervan: een vak-didactisch onderwerp, klasmanagement, differentiatie, oudergesprekken, verdieping rond autisme/dyslexie/… of eigen competenties rond bijv. ICT uitbreiden.  

Wanneer een zorgbrede aanpak in de klas niet volstaat, dienen we onze zorg te verbreden.

  • Bij die kinderen waar de ontwikkeling anders verloopt dan normaal (trager, sneller) en
  • bij de leerlingen die dreigen kansen te missen,

is extra zorg noodzakelijk.

Een eerste overleg hierover vindt plaats tussen de zorgcoördinator en de klasleerkracht (filteroverleg). In de eerste plaats wordt samen gezocht naar extra hulp die de klasleerkracht zelf kan bieden aan deze leerling, onder andere tijdens hoeken- of contractwerk. De zorgleerkracht gaat samen met de klasleerkracht op zoek naar aangepast differentiatiemateriaal en andere maatregelen die in de klas gebruikt kunnen worden. Er komt extra aanbod voor het onderdeel waar het kind problemen mee heeft. De maatregelen worden genoteerd in het zorgdossier. Ze worden besproken met de kinderen en met de ouders. De genomen maatregelen worden tijdens elk nieuw overleg geëvalueerd. 

Indien nodig wordt er overleg georganiseerd met het onthaalteam van het CLB, waarbij zorgcoördinator, klasleerkracht en indien mogelijk de directie aanwezig zijn. Klasleerkrachten kunnen (na overleg met de zorgcoördinator) hiervoor kinderen aanmelden. Er wordt een onthaalfiche ingevuld waarin het probleem geschetst wordt, de reeds geboden zorg en het effect daarvan beschreven worden en er wordt een hulpvraag gesteld. Tijdens dit overleg wordt gezocht naar een antwoord op de hulpvraag. Bijkomende maatregelen worden aanvullend opgenomen in het dossier en opnieuw besproken met ouders en kinderen. 

Er kan beslist worden dat deze leerling verhoogde zorg krijgt van de zorgleerkracht. Dit gebeurt bij voorkeur klasintern, maar kan ook klasextern met een kleine groep leerlingen met dezelfde moeilijkheden. Belangrijk is dat het kind met leermoeilijkheden extra aanbod krijgt (meer oefenen, meer lezen dan de andere kinderen). 

Na een vastgestelde periode wordt de verhoogde zorg weer door klasleerkracht en zorgleerkracht geëvalueerd om verdere acties te plannen.  

Onze zorg wordt afgestemd op de draagkracht van het team en is gebaseerd op een planning op korte en op lange termijn, waarbij ruimte is voor bijsturing naar aanleiding van acute noden en evaluaties. Het uurrooster van de zorgleerkracht ligt niet vast op 1 september. Bij moeilijkheden of problemen wordt er gezocht naar de beste vorm van ondersteuning op organisatorisch vlak voor extra hulp aan de klasleerkracht of de leerling.  

Wanneer verhoogde zorg ontoereikend is, wordt overgegaan tot uitbreiding van zorg. Het onthaalteam van het CLB legt onze vraag voor tijdens de teamvergadering van het CLB en de vraag wordt doorgegeven aan iemand van het trajectteam. 

Deze medewerker start samen met ons een HGD (handelingsgericht diagnostisch) traject. Na het in kaart brengen van het probleem en eventuele onderzoeken,  worden doelen bepaald, worden onderwijsbehoeften en de gewenste aanpak in kaart gebracht. Er wordt samen gekeken op welke externe hulpverleners beroep kan gedaan worden.  

Indien nodig wordt er een individueel plan opgesteld voor deze kinderen. Ouders en leerlingen worden hierin nauw betrokken. Onze eerste doelstelling is het welbevinden van de kinderen bewaken. De positieve kenmerken van de leerling geven handvaten om verder te werken en de onderwijsbehoeften te bepalen.  

Op het MDO wordt systematisch en doordacht gewerkt, hierbij is een degelijke voorbereiding noodzakelijk. De school zorgt ervoor dat de nodige informatie beschikbaar is en dat de hulpvraag duidelijk is. Wat besproken en beslist wordt, is transparant voor alle betrokkenen. Een efficiënte communicatie tussen alle partijen is nodig, zodat we kunnen spreken van een constructieve samenwerking.  

Wanneer een kind externe hulp nodig heeft (bijv. logopedie, kinesitherapie, …) neemt de klasleerkracht als lid van het zorgteam automatisch contact op om wederzijdse info (mondeling en schriftelijk) door te geven. Men zoekt samen naar mogelijkheden om aanpassingen te doen zodat er op dezelfde golflengte kan gewerkt worden. Men maakt afspraken over verder communicatie omtrent de vorderingen. 

Wanneer de onderwijsbehoeften (zorgen) van het kind groter zijn dan wat de school kan bieden, als het gemeenschappelijk curriculum niet meer haalbaar is, moeten we een andere weg bewandelen.  

Aan de hand van de informatie die door de school geleverd wordt aan het CLB (over resultaten, genomen maatregelen en effecten) en aan de hand van de onderwijsbehoeften van het kind, wordt door het CLB een verslag opgemaakt en overlopen met alle betrokken partijen.  

De ouders kunnen hun kind met dit verslag inschrijven in het buitengewoon onderwijs. Ouders kunnen er ook voor kiezen het individueel aangepast curriculum te laten volgen in onze school. De inhoud van dit individueel aangepast curriculum wordt samen bepaald. 

In deze fase is voortdurend overleg over de vorderingen, het welbevinden en de effecten van onze maatregelen, zeer belangrijk. We moeten in deze fase op elk moment de haalbaarheid van het IAC (individueel aangepast curriculum), voor alle betrokken partijen, bewaken. 

Als blijkt dat het IAC binnen onze school niet realiseerbaar is, wordt met alle betrokkenen op zoek gegaan naar de juiste school voor het betrokken kind.