Anti-pestbeleid

‘1 kind op 5 wordt gepest, 1 kind op 3 voelt zich niet goed in zijn of haar vel.’ 

Cijfers die via de media hard binnenkomen. Het PISA-rapport (2018) stelt dat goede prestaties en een sterk welbevinden samengaan. Een positief klimaat in onze school creëren, waar het schoolteam in elke leerling gelooft en iedereen zich goed voelt, vinden we daarom zeer belangrijk. Onze school is de plaats waar elke leerling vertrouwen krijgt in wat hij/zij kan bereiken. Ook als het spannend wordt en een ‘lastige’ situatie zich voordoet, willen wij ons, als schoolteam, blijven inzetten op samenwerking en verbinding.  

De Vlaamse Onderwijsraad ontwikkelde de kleurrijke Antipestslang. Deze Antipestslang geeft richting aan ons antipestbeleid. 

Eerst willen we nog even dieper ingaan op wat wij verstaan onder pesten. 

Pesten kent verschillende vormen: verbaal, fysiek, materieel en relationeel kan iemand onderuit worden gehaald. Pesten gebeurt zowel in de off- als online wereld en kan heel wat schade aanrichten. De band tussen pesten, cyberpesten en zelfdoding is meermaals aangetoond. (Cyber)pesten plaatst scholen voor een belangrijke verantwoordelijkheid. Hoe ga je als school en als leerkracht om met pesterijen, want op elke school wordt gepest. Soms is het pesten alleen niet goed waar te nemen, omdat het zich achter de schermen afspeelt.  

Pesten is een groot probleem, maar wanneer noemen we iets ‘pesten’ en wanneer 'plagen'? Het antwoord op die vraag is niet eenvoudig, want het onderscheid tussen pesten en plagen is soms moeilijk. Over het algemeen vindt plagen incidenteel plaats en zijn bij plagen beide partijen aan elkaar gewaagd of zelfs vrienden van elkaar. Bij pesten ligt dat anders.

De belangrijkste verschillen tussen pesten en plagen zijn:   

  • pesten gebeurt met opzet, plagen niet     
  • pesten gebeurt telkens opnieuw tegen dezelfde persoon (stelselmatig), plagen gebeurt af en toe en tussen verschillende personen     
  • bij pesten is er sprake van ongelijkheid (in macht, kracht of sociale status), bij plagen is die ongelijkheid niet of veel minder aanwezig en zijn kinderen ongeveer even sterk. 

Pesten gebeurt met opzet en meer dan één keer. Pesten gebeurt niet alleen tussen pesters en slachtoffers. Meestal zijn er meer kinderen bij betrokken.  

Zo worden pesters aangemoedigd en geholpen door meelopers waardoor ze zich in hun gedrag gesterkt voelen. Ook houden veel kinderen zich afzijdig. Ze zien dat er gepest wordt, maar grijpen niet in. Gelukkig zijn er ook kinderen die wél de moed vinden om tussen te komen en de gepeste kinderen helpen. Met KiVa worden kinderen zich bewust gemaakt van hun rol bij het pesten en de mogelijkheden die zij hebben om in te grijpen. 

SAMEN BOUWEN AAN EEN PESTVRIJE SCHOOL

Een fijn en veilig schoolklimaat versterkt het welbevinden en vergroot het werk- en leerplezier van iedereen. Niet enkel leerlingen, leerkrachten en directie, maar ook ouders en opvangmedewerkers zijn betrokken partijen.  

1. Preventie als basis

Als school willen wij het welbevinden van onze leerlingen ruimer zien dan enkel het antipesthoofdstuk. Vandaar onze keuze voor het brede KiVa-programma. Dat zet in op het voorkomen van pesten en geeft ons handvaten bij de aanpak van pestproblemen.   

Reeds in de kleuterschool werken we aan sociale vaardigheden. Het leren omgaan met elkaar, conflicten oplossen en hulpvragen durven stellen, komt reeds vroeg aan bod. Op die manier worden kleuters gevoelig gemaakt voor waarden en normen in de omgang met elkaar. We hebben een goedmaakmuur en werken in de klas rond gevoelens.  

3-jaarlijks wordt het uitgewerkte thema rond sociale vaardigden met alle kleuters herhaald. Er worden dan 6 normen en waarden specifiek ingeoefend doorheen het schooljaar: bv. ‘samen spelen, samen delen’, ‘alstublieft, dankjewel’. Aan deze thema’s worden beelden (prenten) gekoppeld die in de klas hangen zodat men er steeds naar kan verwijzen. 

In de lagere school bestaat het preventieve luik uit een pakket van lessen (Leefsleutels: ‘Onze klas, ons team’) gegeven door de klasleerkracht.  KiVa gaat in de eerste plaats op zoek naar de kracht in de groep en stimuleert kinderen tot het ontwikkelen van een gevoelenstaal, het weerstaan aan groepsdruk en het opkomen voor zichzelf en anderen.  De lessen zijn gericht op het preventief werken aan positieve groepsvorming en het bieden van een veilige leeromgeving. In de lessen wordt gewerkt aan de kennis, vaardigheden en houding van leerlingen op vlak van welbevinden en sociale vaardigheden. 

Leerlingen wordt inzicht gegeven in de rol van de groep bij het in standhouden van pesten en andere groepsproblemen en hoe dit te kunnen veranderen. De lessen zijn goed opgebouwd en hebben aantrekkelijke werkvormen, zoals oefeningen, discussies, groepswerk en rollenspellen.  

Elk thema wordt op schoolniveau aangebracht met een KiVa-regel. Vervolgens gaat men in de klas aan het werk. Samen vormen de KiVa-regels onze KiVa-code:  

  • Ik toon respect voor iedereen.  
  • Samen zijn we een fijne groep.  
  • Ik praat in de IK-taal. 
  • Aan pesten doe ik niet mee!   
  • Op mij kan je rekenen.   
  • Stop is stop.  
  • In groep lossen we het op.   

Geen enkele ouder wil dat zijn kind gepest wordt of dat zijn kind een pestkop is. Ouderbetrokkenheid is van essentieel belang. Ouders worden n.a.v. elk gezamenlijk moment geïnformeerd over het actiepunt dat we aanbrengen. Voor verdere informatie kunnen ze terecht op www.kivaschool.be. 

Als leerkrachtenteam hebben wij oog voor leuke speeltijden. De speelplaats wordt kindvriendelijk ingericht. We bieden de kinderen gevarieerde spelmaterialen en spelideeën.  

De leerkracht draagt een KiVa-fluohesje om de kinderen eraan te herinneren dat we een Kivaschool zijn, maar ook voor de zichtbaarheid. Ze zijn er voor ieders welbevinden, om een luisterend oor te bieden en om samen conflicten op te lossen.  

Op onze speelplaats gelden 3 basisregels:  

  • STOP IS STOP 
  • GEEN GEWELD 
  • NIKS STUKMAKEN 

Ook wordt er gewerkt met rode en groene kaarten. De rode kaart wordt getoond bij de overtreding van 1 van de basisregels. De leerling moet 5 minuten in de time-out staan. De groene kaart wordt getoond aan kinderen die fijn spelen op de speelplaats. 

2.  Curatieve aanpak

Om pestincidenten zo snel mogelijk te stoppen, werd een klein groepje leerkrachten getraind in het opvangen, bespreken en opvolgen van incidenten. KiVa trekt hierbij de kaart van een oplossingsgerichte aanpak: de veiligheid van slachtoffers moet immers zo snel mogelijk worden hersteld.   

KiVa legt de nadruk op de rol van de hele groep bij het voorkomen en stoppen van pesten. KiVa gelooft in de kracht van de groep. Pesten is een groepsproces. De pester heeft een groot aandeel, maar alleen komt hij/zij nergens. Er zijn naast de pesters en slachtoffers ook assistenten, meelopers, versterkers, verdedigers en buitenstaanders. Pesten los je daarom op in de groep.  

    = KiVa-brievenbus

Het bespreekbaar maken van pestproblemen is een belangrijke eerste stap. Om het laagdrempelig te houden, werken we met een KiVa-brievenbus. Hierin kunnen de kinderen een voorgedrukt kaartje (onderbouw) steken met hun naam en klas op. De kinderen van de bovenbouw steken er een zelfgeschreven briefje in.   

De bedoeling is dat deze brievenbus gebruikt wordt wanneer er geen oplossing is gevonden bij de eerste 2 stappen:   

  • 1) zelf stop zeggen en/of een oplossing zoeken (goedmaakhoekje)   
  • 2) hulp vragen aan de juf of meester.  

Training tijdens de lessen uit de map zorgt ervoor dat kinderen weerbaarder worden en durven nee zeggen.  

Een gesprek met de betrokkenen volgt en er wordt samen naar een oplossing gezocht met de focus op volgende aandachtspunten:

  • In de eerste plaats luisteren! Erkenning geven aan de gevoelens en frustraties van het slachtoffer.
  • Pesten stoppen door opnemen verantwoordelijkheid. Niet meteen tot straffen overgaan.   
  • Veiligheid herstellen – slachtoffer steunen.  
  • Verbondenheid in de groep herstellen.  

Bij ernstige zaken worden de ouders op de hoogte gebracht. De afspraken die gemaakt worden tijdens een gesprek worden ook opgevolgd door de klasleerkracht en de KiVa-leerkracht. Ook leerkrachten, middagtoezichters en ouders kunnen incidenten via de brievenbus melden en uiteraard ook gewoon via de klasleerkracht.  

    = Groepsgesprek  

Als er een groepsprobleem of een geval van pesten is, wordt geprobeerd dit bespreekbaar te maken in de groep (klas) om samen een oplossing te zoeken. Dit kan aan de hand van het instrument ‘de klasthermometer’. 

    = Steungroepaanpak  

Als een groepsgesprek niet mogelijk is, bijvoorbeeld omdat de sfeer in de groep niet veilig genoeg is, wordt een steungroep samengesteld. De steungroep is er voor de leerling die gepest wordt of niet goed in de groep ligt. In de steungroep ligt de nadruk op vooruitkijken en niet op terugkijken. Er nemen zowel de pesters als vrienden en neutrale klasgenoten van het slachtoffer aan deel. Aan alle kinderen van de steungroep wordt gevraagd om de komende week iets concreet positiefs voor de betreffende gepeste leerling te doen. Voorbeelden: goeiemorgen zeggen, helpen bij het maken van rekensommen, samen de refterbak dragen, helpen ‘stop’ zeggen tegen pester, enz. De bedoeling is de negatieve situatie om te buigen naar een positieve. Na ongeveer een week wordt er met de gepeste leerling geëvalueerd of de situatie is verbeterd. De uitkomst van dit gesprek vormt de input voor de evaluatie met de steungroep.   

    = Herstelaanpak   

Als de steungroepaanpak niet tot de gewenste resultaten leidt, is er een herstelaanpak waarin leerlingen onder begeleiding van een KiVa-leerkracht een concreet plan (gedragscontract) schrijven om hun pestgedrag te stoppen en hun gedrag te veranderen. De ouders worden op de hoogte gebracht door de zorg- of KiVa-leerkracht.   

3. Zorgcontinuüm

KiVa is gekaderd binnen ons zorgcontinuüm. De klasleerkracht volgt het welbevinden van het kind op en communiceert hierover met de ouders. Jaarlijks bevragen we onze kinderen vanaf de laatste kleuterklas rond welbevinden, betrokkenheid en competenties. Ook laten we op het einde van het schooljaar de KiVa-bevraging invullen en gaan we met deze resultaten aan de slag.  

Indien ouders zich zorgen maken over het welbevinden of over het gedrag van hun kind, nemen ze eerst contact op met de klasleerkracht. De klasleerkracht kan dan samen met hen en het KiVa-kernteam kijken welke actie nodig is en op welke manier het probleem kan worden aangepakt. Vervolgens kan dit besproken worden op een MDO.  

Sinds het schooljaar 2016-2017 zijn we een KiVa-school. 

‘Kiva’ is het Finse woordje voor ‘fijn’ of ‘leuk’. Het is ook de naam van een succesvol Fins antipestprogramma. KiVa-scholen zorgen ervoor dat kinderen, leerkrachten en ouders hun school als een veilige, aangename en stimulerende omgeving ervaren waarin pesten minder kans maakt. KiVa heeft als doelstelling pestproblemen te voorkomen én aan te pakken en sluit aan bij de eindtermen sociale vaardigheden van het lager onderwijs.

1. KiVa-brievenbus

In deze brievenbus kunnen de kinderen een voorgedrukt kaartje steken (onderbouw) met hun naam en klas op. De kinderen van de bovenbouw steken er een zelf geschreven briefje in.

De bedoeling is dat deze brievenbus gebruikt wordt wanneer er geen oplossing is gevonden bij de eerste 2 stappen:

  • 1) zelf stop zeggen en/of een oplossing zoeken (goedmaakhoekje)
  • 2) hulp vragen aan de juf of meester.

Training tijdens de lessen uit de map zorgen ervoor dat kinderen weerbaarder worden en durven nee zeggen.

Een gesprek met de betrokkenen volgt en er wordt samen naar een oplossing gezocht.

Bij ernstige zaken worden de ouders op de hoogte gebracht. De afspraken die gemaakt worden tijdens een gesprek worden opgevolgd door de klasleerkracht en de KiVa-leerkracht.

2. Kiko en Flo

De grote versie in hout staat in de inkomhal en wordt gebruikt bij de KiVa-activiteiten.

Er zijn ook handpoppen die worden gebruikt in de klas.

3. ’t Rustpuntje

Dit prieeltje is een rustige plek op de speelplaats. Er staan 15 krukjes in. Zijn deze krukjes bezet, dan mag er niemand meer bij.

4. Speelplaatsafspraken

Belangrijke afspraken zijn visueel gemaakt.

De leerkrachten en toezichters op de speelplaats volgen hetzelfde ‘protocol’ bij conflicten. Zij dragen fluohesjes en een lint met een rode en een groene kaart aan.

De rode kaart met 3 basisregels:

  •    STOP IS STOP    
  •    GEEN GEWELD
  •    NIKS STUKMAKEN

Rode kaart = time-out.

De groene kaart met 3 vragen:

  • ‘Ik zie dat wat je overkomt niet leuk is.’
  • ‘Is het de eerste keer? Of werd je al meermaals door dezelfde kinderen lastig gevallen?’  
  • ‘Heb je gezegd dat ze moeten stoppen? Heb je nog wat anders gedaan om dat duidelijk te maken?’

5. Sociale vaardigheidstraining

    Klasniveau:

We werken met het lessenpakket ‘Onze klas, ons team’ voor de lagere school. Maandelijks wordt er in elke klas expliciet rond sociale vaardigheden gewerkt. Deze lessen plannen we op een gezamenlijk tijdstip, zodat er op  hetzelfde moment door heel de lagere school rond sociale vaardigheden wordt gewerkt.

    Schoolniveau:

Er is een KiVa-kernteam op school. Dit zijn een aantal leerkrachten die de KiVa-training gevolgd hebben, aangevuld met de beleidsondersteuner en de directeur. De KiVa-juf stelt een jaarplanning op en ondersteunt waar nodig. 

6. Ouderbetrokkenheid

Met onze ouders delen we info via het ouderplatform en de website.

Ze worden bij pestproblemen of oplossingen op de hoogte gebracht.

7. Evaluatie

Twee keer per jaar worden kinderen bevraagd over hun welbevinden, betrokkenheid en competenties. Er volgt feedback tijdens kindgesprekjes.

Ook bevragen we de kinderen en de lkn. over onze KiVa-werking op het einde van het schooljaar. Zo evalueren we de evolutie van het welbevinden op schoolniveau.

8. Allerlei

Speelmaatjes: het 6de leerjaar organiseert en begeleidt 1 x per maand spelletjes tijdens de middagpauze. De jongere kinderen kunnen zich hiervoor inschrijven.

Een meter-peterschaptraject wordt gestart tijdens het overgangsproject van de oudste kleuters. 5de leerjaar en laatste kleuterklas maken kennis met elkaar.  Als deze kinderen effectief in het 1ste leerjaar zitten, ontfermen de meters en peters die dan in het zesde leerjaar zitten, zich verder over hen.

Voor meer achtergrondinformatie, raadpleegt u best de ouderbrochure.

Ons KiVa-lied werd in juni 2017 ingezongen door een aantal leerlingen, juffen en meesters.

KiVa-lied

Dit filmpje brengt ons antipestbeleid in beeld: filmpje

Bekijk ook eens de website van KiVa-school:

https://www.kivaschool.nl/

Dit kan jij doen als jouw kind gepest wordt: 

https://www.youtube.com/watch?v=_QsFXNmiis0&feature=emb_logo

ONZE VISIE 

  • Opvoeden is complex. Kinderen tasten graag grenzen af en overschrijden die ook weleens. 
  • Vanuit een pedagogisch klimaat willen we kinderen ruimte én richtlijnen geven. Duidelijke afspraken bevorderen een veilig klas- en schoolklimaat.
  • Grenzen stellen maakt dat kinderen respectvol met elkaar leren omgaan en stimuleert positief gedrag. 
  • Belonen is goed voor het zelfbeeld en stimuleert ook de weerbaarheid.  
  • Maar kinderen confronteren ons ook met ongewenst gedrag.
  • Sommige kinderen aanvaarden moeilijk normen. 
  • Maatregelen zijn dan aan de orde. Hierbij zijn duidelijkheid en consequent handelen vereist. 
  • We erkennen in eerste instantie belonen als krachtig middel om gewenst gedrag te stimuleren. 
  • Door preventief te werken aan een positief klas- en schoolklimaat streven we ernaar om meer te belonen dan te straffen. 

PREVENTIEVE AANPAK 

    Op schoolniveau 

  • Algemene leefregels (zie School > Praktische afspraken > Onthaalbrochure ) 
  • KIVA-werking (zie 'KiVa op school')
  • Hinkelspel: op de speelplaats bevindt zich een hinkelparcours dat kinderen helpt bij het zelfstandig oplossen van conflicten. 
  • Activiteiten speelplaats: op regelmatige basis worden ‘wieltjesdagen’ en ‘speelmaatjes’ georganiseerd.
  • Ook de ‘Speelclub’, ‘’t Rustpuntje’, vaste bordspellen en spelkoffers zorgen voor een gevarieerd aanbod tijdens speeltijden. 
  • Kinderen  kunnen zich opgeven voor middagsporten o.l.v. de leerkracht L.O. 

    Op klasniveau 

  • De klasleerkracht zorgt voor een veilig klasklimaat.  
  • Duidelijkheid en structuur zijn hier van groot belang.  
  • De eerste weken van het schooljaar wordt geïnvesteerd in het vormen van een fijne groep. 

    Op individueel niveau 

  • De klasleerkracht investeert in een goede relatie met elk kind: aandacht geven, vriendelijk zijn, aanmoedigen, stimuleren, … 
  • Een kind heeft veel oefenkansen nodig, veel herhaling, veel ondersteuning, vallen en terug mogen opstaan, feedback krijgen, opnieuw proberen, …
  • In individuele kindgesprekjes leert de leerkracht elk kind beter kennen.

OMGAAN MET MOEILIJK LEERLINGENGEDRAG  (als de preventieve aanpak niet volstaat)

    Contract 

  • Er wordt samen met de leerling een contract opgesteld waarin enkele afspraken (max. 3) worden opgenomen. 
  • Tgo. foutief gedrag worden voorbeelden van positief gedrag geformuleerd. 
  • Ook de maatregel bij overtreding wordt hierin opgenomen (bijv. speeltijd binnen blijven). 
  • Een contract wordt meestal opgesteld in situaties waarin leerlingen onderling problemen hebben.
  • De KiVa-juf volgt de werking op. 

    Time-out

  • Een time-out is een middel om preventief en wanneer nodig curatief te handelen bij overprikkeling en/of ongewenst gedrag.  
  • De time-out-plek is een plek om even tot rust te komen, te herstellen en zo te voorkomen dat ongewenst gedrag echt ontspoort.  
  • Het is dus géén strafplaats. Dit wordt duidelijk met het kind besproken. 
  • Een time-out-plek bevindt zich in eerste instantie in het eigen klaslokaal. De leerling volgt verder de les vanop een afgesproken rustigere plek. 
  • Eventueel  liggen op deze plek enkele spulletjes die tot rust kunnen brengen.
  • Na een 10-tal minuten bepaalt de leerkracht of het kind weer in staat is om aan te sluiten.
  • Zo niet wordt de tijd verlengd. Dit herhaalt zich tot het kind weer kan aansluiten bij de rest van de klas. 
  • Als de afzondering in eigen klas niet het gewenste effect heeft, kan de klasleerkracht de leerling onderbrengen in de buurtklas.                                                                                                          
  • Uitzonderlijk kan er verwezen worden naar het time-out-lokaal. Hier zijn zo weinig mogelijk prikkels aanwezig.
  • Wanneer er sprake is van grensoverschrijdend gedrag (bijv. fysieke agressie naar leerkracht, andere leerlingen toe) wordt de leerling onmiddellijk naar het time-out-lokaal gebracht. 
  • Als de leerling volledig tot rust is gekomen, volgt zo snel mogelijk een gesprek over het incident met de betrokken leerkracht.  
  • De leerkracht spreekt met de leerling een manier van goedmaken af (bijv. tekening maken, een sorry-kaartje, verbaal excuses aanbieden, vernield materiaal herstellen,…).  
  • Herstel is steeds belangrijker dan straf! 

    Ouderbetrokkenheid 

  • Wanneer we moeilijkheden in gedrag opmerken, lichten we de ouders in.
  • School en ouders vormen een collectief van gezag.
  • Samen proberen we ervoor te zorgen dat het goed gaat met hun kind. 
  • De school heeft respect voor de inbreng van ouders, maar volgt haar eigen beleid.